Kriebels in de lente: onze lessen
Onderbouw (groep 1/2)
Tijdens de eerste les ‘voelt dit fijn of niet?’ gaan de leerlingen kijken hoe bepaalde voorwerpen voelen. De voorwerpen verschillen van textuur, vorm en materiaal. Bijvoorbeeld een knuffelbeer, hoe voelt dat? Koud, zacht, warm, hard, ruw… Vindt iedereen dat lekker voelen of kun je daar ook in verschillen? En hoe voelt een steen? Ze gaan ook kijken hoe je bij een ander merkt of iets fijn voelt of niet en leren hoe je kunt aangeven dat iets niet fijn voelt. De tweede les voor de kleuters is: Hoe zeg ik nee? De leerlingen leren dat als ze iets niet leuk of fijn vinden, ze altijd nee mogen zeggen. Ze leren hoe je dat luid en duidelijk zegt maar ook hoe ze met lichaamstaal kunnen laten zien dat ze iets niet willen. In de les spelen we situaties uit hun belevingswereld na, bijvoorbeeld wanneer een klasgenoot hen kietelt en zij dit niet fijn vinden of wanneer een vriendje graag bij hen thuis wil spelen en ze daar geen zin in hebben. Ook denken ze na aan wie ze hulp kunnen vragen in onprettige situaties. Ten slotte hebben we het over situaties waarbij een ander nee zegt en de kinderen leren dat zij andermans nee moeten respecteren.
Lesdoelen:
- De leerlingen worden zich bewust van positieve en negatieve gevoelens bij het aanraken en voelen verschillende voorwerpen
- De leerlingen kunnen aan de andere kinderen zien en laten zien wanneer ze een aanraking fijn of niet fijn vinden
- De leerlingen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren
- De leerlingen leren nee zeggen op verschillende manieren
- De leerlingen weten bij wie ze hulp kunnen vragen in onprettige situaties
- De leerlingen leren te luisteren als anderen nee zeggen
Middenbouw (groep 3/4)
Leerlingen leren hun eigen grenzen herkennen, maar ook om de grenzen van anderen aan te voelen en te respecteren. Dit doen we door met elkaar te bespreken wat wel fijn is en wat niet fijn is en dat dit gevoel per persoon kan verschillen. Wat is een ja-gevoel en een nee-gevoel? In de tweede les gaan we oefenen met onze persoonlijke ruimte en wat je kunt doen als je een nee-gevoel ervaart. Dit doen we door met elkaar in gesprek te gaan, maar ook door op een speelse manier je eigen persoonlijke ruimte af te bakenen en door ‘nee tikkertje’ te spelen. Hierbij besteden we aandacht aan verbale en non-verbale communicatie waarin kinderen leren om nee te zeggen, maar ook andermans nee te respecteren. We sluiten de les af door te bespreken wat ze kunnen doen als iets niet prettig voelt en zij het niet zelf op kunnen lossen.
Lesdoelen
- De leerlingen maken kennis met verzonnen situaties en aanrakingen die zij prettig en minder prettig vinden.
- De leerlingen leren prettige en onprettige gevoelens in bepaalde situaties bij zichzelf en anderen te herkennen.
- De leerlingen weten dat iedereen een situatie anders kan beleven.
- De leerlingen weten wat zij kunnen doen in situatie die niet prettig voelen.
- De leerlingen weten bij wie zij terecht kunnen met problemen en/of onprettige gevoelens.
- De leerlingen weten dat ze moeten stoppen als iemand nee zegt.
- De leerlingen weten het verschil tussen een ja-, nee- en twijfelgevoel.
Tussenbouw (groep 5/6)
De kinderen leren tijdens de eerste les de betekenis van ‘grenzen’. Het is belangrijk om te weten dat je niet over de grenzen van een ander mag gaan. Een ander mag ook niet over jouw grenzen gaan. Maar, hoe weet je of iemand een aanraking of situatie prettig vindt? Wat kan je doen als je dat niet zeker weet. En, wat doe je als je zelf iets niet prettig vindt. Sommige situaties of aanrakingen kunnen een ja-, nee- of twijfelgevoel geven. Het is belangrijk om naar dat gevoel te luisteren en de ander dat ook duidelijk te maken. Daarnaast is het belangrijk om hulp te vragen in onprettige situaties of als aanrakingen niet prettig voelen. Hoe doe je dat? Dat gaan we tijdens de tweede les ‘Hoe zeg ik ja of nee?’ oefenen!
Lesdoelen:
- De leerling kent zijn/haar grenzen
- De leerling gaat niet over de grenzen van een ander heen.
- De leerling weet hoe te reageren als iemand een grens aangeeft.
- De leerlingen kunnen een voorbeeld geven van een situatie die zij wel en niet prettig vinden.
- De leerlingen kunnen uitleggen wat ze moeten doen als er sprake is van onprettige, onveilige of grensoverschrijdende situaties.
- De leerlingen kunnen op verschillende manieren uiting geven aan hun eigen grenzen.
Bovenbouw (groep 7/8)
Tijdens de Week van de Lentekriebels krijgen de kinderen van groep 7/8 een gastles over grenzen. Deze les wordt verzorgd door Stichting Wij zijn M., een organisatie die zich inzet voor de bewustwording van persoonlijke grenzen en het respecteren van andermans grenzen.
Lesdoelen:
- Ze ontdekken waar hun eigen grenzen liggen.
- Ze begrijpen waarom het belangrijk is om grenzen te respecteren.
- Ze leren hoe ze hun grenzen duidelijk en respectvol kunnen aangeven.
Door middel van gesprekken en interactieve oefeningen worden de kinderen gestimuleerd om na te denken over wat ze prettig en onprettig vinden. Hoe voelt het als iemand over je grens heen gaat? En hoe kun je op een goede manier aangeven dat iets niet fijn is? De trainers van de stichting begeleiden hen hierbij op een laagdrempelige en veilige manier.
Ook leren de kinderen dat het helemaal oké is om nee te zeggen als iets niet goed voelt. Soms is het lastig om te verwoorden wat je denkt of voelt, maar door samen te oefenen, wordt dit makkelijker. Na deze les voelen de kinderen zich sterker in het aangeven van hun grenzen en hebben ze meer zelfvertrouwen om voor zichzelf en anderen op te komen.